Als wooncoach heb ik een workshop opgezet en ik heb deze al een aantal maal verzorgd. Het helpt deelnemers om een antwoord te vinden op de vraag: “Hoe begin ik met het besparen van energie?” Het korte antwoord: “Bewustwording”, want alleen dan kan iemand aan de slag met bewust veranderen van eigen gedrag.
Aan het begin van de workshop laat ik op een scherm onderstaand plaatje langzaam in beeld verschijnen en vraag: “Wat is dit?”.
Antwoord: “Een glas rode wijn”, en daarna gaat het vraag & antwoord spel door.
Ik vraag: “Wie weet wat het alcohol percentage van rode wijn is?”.
Antwoord: “Zo’n 12 procent”.
Dan vraag ik: “Waardoor is de stijging van het alcohol percentage gestopt?”.
Antwoord: “Omdat het gistingsproces is gestopt”.
Daarop vraag ik: “Waarom stop dit?” en … daar heeft men doorgaans geen antwoord op.
Dat geeft mij dan de ruimte om uit te leggen dat gistcellen een levend organisme zijn. Ze zetten suikers in de fles om in alcohol. Dat doen ze totdat de 12 procent alcohol is bereikt en ze allemaal zijn uitgestorven. Ze zijn dan feitelijk ten onder gegaan aan hun eigen afval.
Daarnaast is het ook mogelijk dat ze uitsterven doordat er te weinig suikers zijn om te kunnen blijven leven. Ook dan stopt het gistingsproces.
Wat zijn nou de verschillen tussen mensen op aarde en gistcellen in een fles wijn?
Onder de gistcellen zijn geen wetenschappers die kunnen bepalen hoeveel suiker in de fles moet zitten om te overleven en hoe hoog het alcohol percentage mag zijn!
Ze hebben ook geen betrouwbare mensen die ze zouden kunnen waarschuwen, beleid maken en maatregelen aanreiken om uit de buurt te blijven van de maximale hoeveelheid alcohol, of om andere voedingsstoffen te vinden waardoor ze geen of veel minder alcohol produceren.
Er is ook een overeenkomst. Voordat de natuurlijke grenzen zijn bereikt, kunnen gistcellen niet uit de fles vertrekken. De mensheid kan ook niet vertrekken, want het menselijk lichaam is niet ontworpen om te kunnen overleven buiten de dampkring.
Er is nog een essentieel verschil: gistcellen zouden alleen maar de hoeveelheid suiker en alcohol behoeven te beheren. De mensheid heeft naast de beperkte hoeveelheid fossiele brandstoffen en het overschot aan CO2 nog vele malen meer te beheren!
Bijvoorbeeld: teveel stikstof verbindingen (stikstofoxiden en ammoniak), teveel plastic in de zee, te veel achtertuinen waarin alleen maar tegels liggen, etc. Aan de andere kant: de huidige tekorten aan kundige en vaardige vaklui, grondstoffen en materialen, etc.
De grote vraag is: gaat de mensheid het redden in een voortdurend veranderde wereld? Lukt het ons om telkens weer een optimale balans te vinden tussen wat we nodig hebben, wat daarvan beschikbaar is, wat we gebruiken en ons afval? En, houden we daarbij dan ook rekening met de rest van de natuur?
Óf, worden wij met de rest de natuur, ooit een keer geserveerd als een goed gerijpt ecosysteem dat weliswaar uitgestorven leven bevat, maar uitstekend smaakt?
Door Rob Broekhof